Legendarische paarden

De Andalusiër

Altaïr
Amira
Tormenta
Zaldia
Bucephalus

Inhoud

Voorwoord

Voorwoord

Turkije - Zacharia

Kennis is onbetaalbaar.

Gladgeschoren en gekleed in westerse kleren zal niemand de nieuwe, verbeterde versie van broeder Zacharia herkennen, de nederige Koptische monnik...

Sinds mijn vlucht uit Egypte, mogelijk gemaakt door de dollars gestolen van Leyla, die stomme, onwetende archeologiestudente die ondanks alles me toch voor de gek wist te houden, ben ik niet opgehouden met piekeren. Ik was verblind door hebzucht, ik nam het geld en liet het object achter dat veel kostbaarder was... En ik maak me hier nog steeds woedend over.

Toen ik besefte dat het object dat ik naar Hannibal moest brengen nog steeds in handen was van Leyla en haar Amerikaanse vriend, wist ik dat ik me nooit aan mijn beschermer zou kunnen vertonen zonder gevaar voor mijn leven te lopen. Ik had gefaald. Mijn enige optie was om te vluchten. Toen kwam ik via de media te weten dat er een mysterieuze diefstal had plaatsgevonden uit de veiligste plaats in

Voorwoord

Caïro, het Nationaal Museum. Hannibal was er duidelijk in geslaagd om het kostbare metalen fragment zonder mijn hulp te bemachtigen. Ik wil weten waarom deze man die alles al bezit, die fortuin, macht en glorie heeft, zo geobsedeerd is met deze ellendige driehoek van gegraveerd metaal.

Ik weet hoe het metalen fragment eruitziet omdat Hannibal me een foto van een gelijksoortig fragment stuurde voordat hij me de missie toevertrouwde om het Leyla af te nemen. Nu heb ik het gevoel dat ik Hannibals respect terug zou kunnen verdienen als ik hem belangrijke informatie die hij nodig heeft zou kunnen verstrekken. En ik sta op het punt om deze informatie te verkrijgen...

Toen ik trainde om monnik te worden, leefde en leerde ik in veel kloosters over de hele wereld. Na vele jaren ben ik terug in Anatolië in het oosterse gedeelte van Turkije. De paden van veel mensen hebben zich hier gekruist: Semieten, Turken, Romeinen, Hethieten, Lydiërs, Grieken, Perzen, Arabieren, enz. Het waren de Perzen die deze regio Cappadocië noemden, wat 'het land van de mooie paarden' betekent. Het is bijna een maanlandschap, het lijkt zo

Voorwoord

bovennatuurlijk. De herinneringen aan mijn eerste bezoek komen boven en vermengen zich met elkaar in mijn geestesoog. Een vallei bezaaid met vulkanische rotsformaties, kegels van basalt en tufsteen uitgehold door de mens en 'elfenschoorstenen' bijgenaamd. De hellingen van de rotsige bergen die meer dan 1000 meter boven Göreme uittorenen, dan een lang, smal ravijn dat tussen twee kliffen verborgen is, vol met huizen en kerken die in de rots gehouwen zijn en in rijke kleuren geschilderd. Ik herinner me ook een grote ondergrondse stad en het gevoel van claustrofobie dat ik ervaarde. Ik haal diep adem in de hoop deze wervelwind van herinneringen te verjagen en concentreer me op mijn doel. Ik moet de Yüksek Kilise bereiken, het hoogste sanctuarium op de berg waar ik verbleef als beginnend schriftgeleerde...

Ik beklim de versleten trappen die in de vierde eeuw door de vervolgde christelijke kluizenaars in de rots gehouwen zijn totdat ik de natuurlijke grot bereik die op de steile helling troont. Dit toevluchtsoord was ooit een belangrijk orthodox klooster voordat het verlaten werd voor de gebouwen in het laagland omdat het zo moeilijk te bereiken was. Wat is er met de

Voorwoord

volhardendheid van de eerste monniken gebeurd die in de berg hieuwen om een cantina en ventilatiekanalen te bouwen, en een honingraat van cellen voor hun zich eeuwig uitbreidende gemeenschap? Ze hieuwen ook vluchttunnels uit die gebruikt konden worden in het geval van een aanval. Ze creëerden een ongelofelijke bibliotheek door de tabletten en rollen die meegebracht waren door de vluchtelingen, in categorieën in te delen. Het is hier, in deze bibliotheek die in een vergeten uithoek ligt, dat ik hetgene wat ik zoek hoop te vinden. Mijn handen trillen lichtjes wanneer ik de veiligheidsbarrière verwijder die de ingang naar de grot barricadeert.

Ik loop door de verlaten gangen met alleen de echo van mijn voetstappen die me gezelschap houdt. Alles dat te zwaar was of onbruikbaar werd geacht werd achtergelaten. Ik ben bij de bibliotheek aangekomen. Ik kan me herinneren dat ik aan deze stenen tafel zat met een wassen kaars als licht en me gefrustreerd en enorm ontmoedigd voelde over de taak die voor me lag. Om mijn geloof en zelfverloochening te testen was mij de taak toegewezen om de ondergeschikte geschriften te kopiëren. Ik wist de betekenis niet van wat ik kopieerde omdat het

Voorwoord

originele perkament met de tijd uiteengevallen was en de overste volhardde in het uitvoerig bewaren van alle oude geschriften. Met op elkaar geklemde kaken had ik de onbegrijpelijke woorden gekopieerd. Ik vond het waanzin.

Een Griek die beweerde soldaat te zijn aan het einde van de vierde eeuw v. Chr. vertelde een ongelofelijk verhaal over het over de grenzen van India ontsnappen. Hij had het over de vloek die over hem gevallen was door zijn geheime missie, de obsessie met de ster van Zeus die geleidelijk aan zijn lever en zijn geest verteerde. In het midden van het perkament was een tekening die ik met grote moeite gekopieerd had aangezien die bijna niet te onderscheiden was, alsof iemand woest het perkament gekrast had om uit te wissen wat daar getekend was. Het duurde de hele nacht om een volledige kopie van het oude perkament te maken. Bij zonsopgang, hopende op een teken van erkenning, leverde ik de vruchten van mijn arbeid in bij de bibliothecaris die afwezig knikte voordat hij mijn perkament oprolde en het helemaal onderaan de rij alkoven archiveerde, in de afdeling van de ondergeschikte geschriften.

Voorwoord

Net als ik gehoopt had, zijn alleen de geschriften van de heiligen en de zogenaamde belangrijke geschriften verplaatst. Mijn hart begint tekeer te gaan wanneer ik de archieven onderaan bereik. Neerknielend zoek ik koortsig in de lagere alkoven, open alle onnodige kopieën die door de leerlingen door de jaren heen geschreven zijn en leg ze opzij. Hier is hij! Mijn kopie, nog steeds intact, de inkt nauwelijks vervaagd. Ik kan het bloed luid in mijn slapen voelen kloppen als ik naar de tekening in het midden staar. Het is een driehoek met een gebroken basis, bedekt in Griekse letters en vreemde symbolen en opvallend gelijk aan de driehoek in de foto die Hannibal mij stuurde!

Ik begin onbeheerst te lachen wanneer ik mijn kopie lees. De laatste zin zegt dat de soldaat de priesters van Zeus had toevertrouwd met het beschermen van dat wat aan Zeus toebehoorde. Mensen zijn zo zwak en bang voor de almacht die zij aan hun goden hebben toegekend... En nu heb ik macht over Hannibal, omdat ik nu de sleutel tot een nieuw fragment van de ster van Zeus in handen heb!

- 1 -

Hoofdstuk 1

Baskenland, Nadja

Ik had nog nooit de oceaan gezien. Bovenop de klif kijk ik naar de golven die wit worden met schuim en tegen de rotsen slaan. Ik luister naar hun donderend geraas, voel hoe de zeewind door mijn haar waait en proef de zoute druppels op mijn lippen. Ik strek mijn armen uit en geef mijn lichaam over aan de krachten van de elementen, lachend als de zeemeeuwen die maar wat wegkletsen terwijl ze boven de golven vliegen. Misschien zou ik weg kunnen vliegen, zwevend als de vogels daarboven, de wind tartend voordat ze zich in het water storten om een arme vis in hun bek te vangen.

“Nadja! Kom me helpen!”

Ik lik mijn lippen af voordat ik met tegenzin de rand van de klif verlaat. Vader werpt me een blik toe alsof zijn ogen willen zeggen 'we zijn hier niet om ons te vermaken'. Maar ik wilde echt genieten van het ontdekken van de oceaan en langs de rand van de klif rennen, tussen de hemelsblauwe gentianen en de zonnige narcissen, de paarse orchideeën en de stralende klaprozen dansen, en de

Hoofdstuk 1

levendig gekleurde vlinders achterna zitten. Ik beloof mijzelf dat ik elk vrij moment zal benutten om dit ongelofelijke landschap te verkennen. Dan loop ik terug naar de baan en het privévliegtuig dat ons vanuit Rusland gevlogen heeft - mij, mijn vader en onze paarden.

Een soort golfkar is al opgeladen met onze bagage en de uitrusting die vader mee wilde nemen. Ik kijk hoe de kar wegrijdt langs een pad dat tussen de rotsen door kronkelt, voordat hij achter een groep eikenbomen verdwijnt die het zicht op het binnenland blokkeren. Ik vraag me af waar we zullen verblijven. Twee mannen, zo stijf als stokken, staan voor de grote metalen deur van het vliegtuig, klaar om hem naar beneden te laten op mijn vaders teken. Mijn vader overhandigt me twee leidsels; ik zal voor Mishka en Mysh' zorgen en hij voor Zaldia. Na de lange vlucht en ondanks de 'kalmeermiddelen' van kruiden die we hen voor de vlucht hebben gegeven, kunnen de paarden onvoorspelbaar reageren wanneer ze zich weer op vaste grond bevinden. Op mijn vaders teken openen de twee mannen de deur die een helling naar de grond vormt. We klimmen naar boven en lopen naar de beklede boksen waar de paarden rusteloos wachten. Ik maak de

Hoofdstuk 1

leidsels aan de halsters vast en leid dan Mishka en Mysh', de 'beer' en 'muis' tweeling, naar buiten terwijl ik ze aanmoedigende woorden toefluister. Ze gebruiken hun ogen, oren en neusgaten om deze nieuwe omgeving te verkennen en beginnen dan, nadat ze geen gevaar opgemerkt hebben, blij te grazen. Maar Zaldia heeft meer aandacht nodig. Hij heeft de geruststelling van mijn vader nodig en alle woorden die in zijn oor gefluisterd kunnen worden voordat hij ermee instemt om naar het platform naast hem te lopen. Elke machtige spier trilt, zijn hoofd draait alle kanten op en onderzoekt achterdochtig elk detail. Bij het zien van het rustige gedrag van Mishka en Mysh' kalmeert hij wat. Zaldia neemt een paar stappen op de baan en loopt dan de heide op. Hij schudt zijn lange golvende manen, waardoor zijn enorme nek zichtbaar wordt. Zijn vacht, waaronder zijn krachtige spieren rimpelen, glanst koninklijk in de zon. Zijn elegante loop benadrukt het nobele van het Andalusische paard, trots en sterk, maar tegelijkertijd ook kwetsbaar.

“Meneer Tkachev, het vliegtuig moet vertrekken,” onderbreekt een van de mannen. “De paarden moeten hier weg. Als u ons wilt volgen, zullen we u naar de stallen leiden.”

Hoofdstuk 1

Vader knikt en volgt de twee mannen die nog steeds zo stijf als een plank zijn, met Zaldia's leidsel losjes in de hand. Ik volg hem met Mishka en Mysh' langs het pad dat de bagagewagen eerder nam. Wanneer we bij de groep eikenbomen komen hoor ik het metalen geluid van de zijdeur van het vliegtuig wat de paarden doet schrikken. Ik kalmeer ze en werp een blik achterom. De jet taxiet over de baan en maakt een u-bocht voordat hij snelheid begint te maken, met brullende motoren. Hij gaat richting oceaan, sneller en sneller, majestueus opstijgend net voordat hij het einde van de klif bereikt. De piloot klapt de wielen naar binnen en de metalen vogel vliegt de lucht in en is binnen enkele seconden uit mijn gezichtsveld verdwenen. Ik voel de spanning in mijn borst en haal een paar keer diep adem. Ik heb me zojuist gerealiseerd dat we in dit onbekende land geland zijn en dat er geen weg terug is. Ik hoop dat mijn vader, die altijd zo geheimzinnig en zwijgzaam is en die me slechts enkele momenten voor vertrek vertelde dat we weggingen, een goede reden heeft om alles achter te laten.

- 2 -

Hoofdstuk 2

Wauw... Zodra we de groep eikenbomen gepasseerd zijn worden we verwelkomd met een uitzicht dat niet op zijn plaats lijkt in deze woestenij. Een neogotisch kasteel, volgens de oudste van de twee mannen, kijkt op de klif en de oceaan uit van waar het op een rotsig uitsteeksel staat met zijn trotse torens omhoog stekend alsof het de hemel, de zee en de wind wil tarten. Er is een enorme Franse formele tuin aan de voorkant, perfect onderhouden, met ronde bloemperken en rustige hoekjes ontworpen voor discrete gesprekken naast een imposant openluchttheater voor publieke voorstellingen. Een rilling loopt over mijn rug. Welk soort moderne 'lord' woont in zo'n vreemd kasteel?

“De stallen zijn daar,” zegt de jongere van de mannen, in de tegenovergestelde richting van het kasteel wijzend.

Met moeite maak ik mijn blik los van dit monumentale kasteel en zie een plein omheind door hoge, smeedijzeren hekken, met in het midden een vierkante manege en een rijschool. Ruime omheinde weides strekken zich helemaal tot het begin van het plein uit, waar een aantal stallen staan die een

Hoofdstuk 2

zadelmakerij en een houten schuur omringen. Alles ziet er zo schoon, gepoetst en perfect uit, maar ik zie hier geen enkel teken van paarden!

Wanneer ik de stallen nader zie ik dat het hele landgoed beschermd is door hoge ijzeren hekken. Het is onmogelijk voor iemand om te voet of in een voertuig binnen te komen. Of weg te gaan... Ik huiver ondanks het milde voorjaarsweer, gevuld met een gevoel van isolatie en onderdrukking, dat niet misplaatst zou zijn in de Krasnokamensk strafkolonie in Siberië. Bevinden we ons in een vergulde kooi? Ik haat het bijna net zoveel om me gevangen te voelen als geen keuze te hebben in iets. Waarom gedraagt mijn vader, een trotse en onbuigzame Kozak, zich zo terughoudend en wil hij nergens met mij over praten? Waarom kan hij zijn gedachten en plannen niet delen, en al helemaal niet zijn gevoelens? Hoe kon mijn moeder die overleed tijdens mijn geboorte, iemand zoals hem accepteren, iemand zo hard als graniet? Ik ben woedend. Ik heb mezelf zolang ingehouden. Ik wil schreeuwen, deze plek onmiddellijk verlaten. Maar ik heb geen vleugels en kan niet wegvliegen en als ik in de oceaan zou springen zou ik ongetwijfeld op de rotsen te pletter vallen. En dan zou

Hoofdstuk 2

ik niets bereikt hebben. Ik heb geen andere keuze dan me rustig te houden, me aan mijn vaders wensen aan te passen tot ik het nest kan verlaten.

Ik zal het leven van het circus waar ik opgroeide achter me laten, ondanks de diepe affectie die ik voor mijn oom Vassili en mijn tante Irina heb, die net zo hartelijk en blij zijn als mijn vader zwijgzaam kan zijn. Nadat mijn moeder overleed, overtuigde mijn tante Irina haar broer om zijn militaire plichten op te geven om bij haar circus te komen en me op te voeden. Als een goede Kozak wijdde hij al zijn aandacht aan de paarden en communiceerde uiteindelijk alleen met hen. Hij ontwikkelde zijn talent als 'paardenfluisteraar' zozeer, dat zijn reputatie meer en meer eigenaars van 'moeilijke' paarden aantrok, die hij wist te kalmeren en trainen.

Ik leerde jongleren, op het slappe koord hoog boven de piste lopen, om mezelf van de ene naar de andere trapeze te slingeren en een salto te maken op galopperende paarden terwijl het publiek applaudisseerde. Dit was allemaal het resultaat van hard werken, discipline en vertrouwen in mijn partners, vooral in onze paarden. Als ik niet zo

Hoofdstuk 2

ongelofelijk gelukkig was geweest om tijd met hen door te brengen, zou ik nooit een toneelglimlach hebben gehad die zo sprankelend was als als de pailletten op mijn kostuum...

Ik aai Mishka's voorpluk, hij is naar me toegelopen om zijn neus in mijn nek te begraven, zijn tweelingzus Mysh' volgt onmiddellijk. Tweelingdrachten zijn ongelofelijk zeldzaam in merries en meestal overleeft er maar één veulen. Mysh' betekent muis; ze was zo klein en teer bij haar geboorte dat we niet wisten of ze de kracht zou hebben om te leven. Maar ze groeide en werd steviger en het lukte haar uiteindelijk om haar broer, Mishka de beer, in te halen. De twee paarden knabbelen me en snuffelen ombeurten tegen me aan, en ik moet lachen terwijl ze me kietelen en erop staan dat ik ze aai. Er komt een plotselinge aanval van genegenheid voor tante Irina bij me op, die zei dat met hun gouden kastanjekleurige manen en mijn wilde bos rood haar. we net op vechtende eekhoorns leken. Ik ontspan me eindelijk en omhels elk van mijn metgezellen op hun beurt. Wat ons ook te wachten staat, zolang zij bij mijn zijde zijn, komt alles goed. Daar ben ik zeker van!

- 3 -

Hoofdstuk 3

Onze paarden hebben zich georiënteerd in de omheinde weide en nadat we de uitrusting opgeborgen hebben die mijn vader naar de zadelmakerij gebracht heeft, klimmen we in een van de elektrische karren die onder een afdak geparkeerd staan.

“Ze zijn eenvoudig te besturen,” legt een van de mannen uit en drukt op een grote knop op het dashboard om hem te starten. “Deze hendel heeft drie posities: vooruit, stop, en achteruit. We zullen u begeleiden op uw eerste rit en dan bent u vrij om naar believen rond te rijden.

Ik ben erg onder de indruk van hoe stil het voertuig is en van de zwijgzaamheid van onze gidsen. Dus, ondanks dat ik honderden vragen wilde stellen, besluit ik om me te concentreren op het kasteel waar we ons spoedig in onze kamers zullen installeren.

We doorkruisen hectares land die allesbehalve stedelijk zijn - hoge, gekartelde kliffen, veengebieden met prachtige heide en brem, weilanden, bosjes - totdat we het majestueuze kasteel van rozeachtige witte steen bereiken. Gebouwd met uitzicht op de

Hoofdstuk 3

oceaan lijkt het te bestaan uit een centraal gebouw met drie vleugels, elk gekroond met een toren met leien dak. We rijden om de eerste twee vleugels heen en stoppen voor de ingang van het hoofdgebouw, onder een boog versierd met waterspuwers en enge monsters. Ik onderdruk een huivering en verplaats mijn blik naar de parkeerplaats vol auto's die in netten rijen geparkeerd staan.

“Als u ons wilt volgen...”

We beklimmen een trap die uit dezelfde steen gehouwen is als de muren en komen in de hoofdzaal, overgoten met zonneschijn dat door de hoge ramen valt.

“De kapel is aan uw linkerhand, meneer Hannibals bibliotheek en privé-appartementen zijn rechtdoor, en de vleugel die voorbehouden is voor gasten bevindt zich aan uw rechterhand. Ik zal u naar uw kamers brengen en u laten zien waar u kunt rusten en eten.”

Ah. Dus we zijn de gasten van een zekere meneer Hannibal. Ik heb nog nooit van hem gehoord. Ik hoop dat wanneer we allemaal geïnstalleerd zijn, vader me zal vertellen wat er gaande is! Ondertussen

Hoofdstuk 3

volg ik hen door een ruime gang en werp een blik achterom op de indrukwekkende werveltrap die naar de privékamers leidt, die drie verdiepingen in beslag nemen. De glazen koepel bovenin het dak reflecteert de trapleuning en werpt stralen avondzonlicht in strepen over elke trede en de familieportretten die de muren bekleden. Het is zo hypnotiserend dat ik moeite heb mijzelf los te rukken van deze spiraal van licht en schaduw. De personeelsleden van onze gast openen de deuren voor ons in perfecte synchronisatie en mijn vader en ik gaan het gedeelte binnen dat voor ons gereserveerd is.

Het eerste wat me opvalt is dat de weinige kleren die ik haastig in mijn rugzak gepropt had, al netjes opgevouwen of op hangers opgehangen zijn in een van de klerenkasten. Ik voel me zo rood als een kreeft worden en draai me snel om naar het raam. Ik ben ontzettend in verlegenheid gebracht; iemand heeft zelfs mijn ondergoed opgevouwen en weggeborgen! Ik doe de ramen wijd open om mijn verlegenheid te verbergen en wordt begroet met het aangename geschreeuw van zeemeeuwen boven het zingen van de oceaan uit. Ik leun uit het raam: het is prachtig, mijn kamer hangt over de leegte en kijkt uit op de ondergaande zon helemaal aan het eind van de golven!

Hoofdstuk 3

Nadat ik alleen maar het comfort van de knusse maar ongelofelijke kitsche circuscaravans gekend heb, mag ik uiteindelijk van de luxe genieten van het slapen in een kasteel!

- 4 -

Hoofdstuk 4

“Nadja?”

Hmm... Wie praat er zo vroeg tegen mij?

“Nadja, sta op! Het ontbijt wordt in de kamer geserveerd die zich achter de vierde deur aan de rechterkant bevindt.”

Verdorie, ik had net zo'n fijne droom... Ik schop de dikke deken van me af die als een bontjas om me heen gewikkeld is en rek me lui uit. Ik heb als een blok geslapen! Ik ga naar het raam om de oceaan te begroeten voordat ik een oude spijkerbroek en een sweater aandoe en ga dan blootsvoets naar mijn vader toe.

Verrassing! In de eetzaal zit een man aan de linkerkant van mijn vader. Hij zit met zijn rug naar het licht dat door de ramen om ons heen valt. Hij had me kunnen waarschuwen! Ik zie eruit als een totale slons en mijn haar lijkt vast op een rooie ragebol!

“Ongi etorri Euskal Herria! Welkom in Baskenland,” vertaalt onze gast.

Hoofdstuk 4

Wat een opvallende stem, zo serieus en charismatisch... Ik maak een onhandige reverence, half geïnspireerd door onze circusvoorstellingen, wat onze gast aan het lachen maakt met een stem die totaal vreugdeloos is.

“Alsjeblieft, ga zitten, Bosikom Printsessa.”

Ik zie eruit alsof ik net uit bed gevallen ben en samen met de 'prinses op blote voeten'-opmerking van deze man van wie ik aanneem dat hij meneer Hannibal is, heb ik me nog nooit zo beschaamd gevoeld.

“Zo, je bent gegroeid sinds Moskou...” gaat hij verder met een hint van nostalgie.

Ik verberg mijn gezicht in een grote mok hete chocolademelk die perfect is, dik en fluweelachtig. Ik wou dat ik er voor eeuwig in kon verdwijnen als ik voel hoe Hannibal me doordringend aankijkt, alsof hij probeert mijn binnenste ziel te bestuderen. Ik kan me niet eens herinneren dat ik hem ontmoet heb! Gelukkig leidt mijn vader hem af met te vragen,

Hoofdstuk 4

“Bent u klaar?

Klaar? Klaar voor wat? Zal ik eindelijk horen waarom vader ons naar dit waanzinnige kasteel heeft gebracht met zijn verontrustende eigenaar en wat hij van ons wil?

Aangezien ik nog steeds naar beneden kijk, hoor ik alleen het geluid van een schuivende stoel en een licht geruis van kleren. Het geluid van de voetstappen op de betegelde marmeren vloer vertellen me dat Hannibal de eetzaal verlaat. Iets doet me opkijken; het geluid van zijn schoenen op de vloer is enigszins onregelmatig. Ik begrijp het als ik door mijn haar naar Hannibals benen kijk wanneer hij loopt; hij loopt een beetje mank. Ik sla snel mijn ogen neer wanneer hij bij de deur stopt en zich omdraait.

“Ik zie jullie over een half uur in de omheinde weide.”

De omheinde weide? Ik wacht totdat het geluid van zijn voetstappen ver genoeg verwijderd is voordat ik fronsend mijn vader aankijk en zeg,

Hoofdstuk 4

“Ik heb geen enkel paard op dit landgoed gezien, afgezien van de onze! Dus kunnen er geen 'moeilijke' paarden zijn die Sergei de paardenfluisteraar moet heropvoeden! Ik hoop dat je ons niet hierheen hebt gebracht om hem onze paarden te verkopen?!”

“Nee,” antwoordt vader kortaf en staat op van tafel.

“Waarom zijn we dan hier? Hoe ken je deze man? Kun je me eindelijk vertellen wat er gaande is!?”

“We gaan hem leren hoe weer paard te rijden. Schiet op en maak je klaar, ik zie je bij de parkeerplaats.”

- 5 -

Hoofdstuk 5

Ik heb nauwelijks tijd om mijn tanden te poetsen, mijn haar bij elkaar te doen en mijn gymschoenen aan te trekken voordat de kar arriveert om ons naar de omheinde weide te brengen. Ons circus geeft elk jaar met Kerst een voorstelling in Moskou, maar ik kan me niet herinneren Hannibal daar ooit gezien te hebben. Ik moet echt heel klein geweest zijn als hij zich mij herinnert, maar ik hem niet. Er warrelen zoveel vragen door mijn hoofd. Waarom heeft Hannibal circusperformers nodig om hem 'opnieuw te leren' hoe paard te rijden? Met alle middelen die naar het schijnt tot zijn beschikking staan, had hij de beste rij-instructeurs ter wereld kunnen krijgen! Hoe is hij 'vergeten' om paard te rijden? Loopt hij mank vanwege een ongeluk met paardrijden? Een verschrikkelijk ongeluk dat hem getraumatiseerd heeft?

Hier gaan we. Mijn verbeelding slaat op hol en ik zie al 10.000 mogelijke scenario's voor me. Ik merk dat ik medelijden heb met deze koude en strenge man van wie ik eigenlijk niets weet. Het zou kunnen dat paardrijden gewoon een gril is van een verveelde miljardair. Misschien verandert hij wel weer van gedachten en besluit hij

Hoofdstuk 5

om in plaats daarvan te leren skydiven of te borduren! Ik schud mijn hoofd en haal diep adem om deze wilde ideeën van me af te schudden. Als mijn vader nu gewoon de dingen aan mij zou uitleggen, dan zou ik veel minder zorgen hebben die me hoofdpijn bezorgen!

Hannibal staat al voor de omheinde weide, stokstijf, een behoorlijke afstand van het hek. Hij is in vol rij-ornaat, compleet met rijcap, jasje, rijbroek en laarzen, allemaal splinternieuw. Ik grijns wrang bij het zien van de zweep waarmee hij tegen zijn dij tikt en de glimmende sporen aan de hielen van zijn laarzen. Oh oh... als hij op onze paarden wil rijden dan hoop ik dat vader hem deze laatste twee accessoires opzij zal laten leggen. Anders zal ik dat zeker zelf doen!

Ik ben verbaasd dat Mishka en Mysh' niet samen bij het hek staan te dringen, bedelend om een klopje op het hoofd of iets lekkers. Ze staan helemaal achterin de weide, achter Zaldia die hen terug lijkt te houden en op wacht staat, net zo stijf als Hannibal zelf. Pas wanneer hij vader en mij opmerkt hinnikt Zaldia van herkenning en ontspant. Hij draaft naar ons toe, al snel ingehaald door de

Hoofdstuk 5

galopperende tweeling, die pas langzamer gaan lopen als ze bij het hek komen. Ik ben zo blij om ze te zien. Ik kan het niet helpen. Ik duik onder de omheining door en loop naar ze toe om ze te begroeten. Ik aai ze als ze in mijn zakken snuffelen op zoek naar wortelen, net zo opgewonden als jonge hondjes. Ik kalmeer ze en roep Zaldia maar ik zie dat hij terughoudend is en Hannibal uit zijn ooghoeken in de gaten houdt, nog steeds achterdochtig ten opzichte van deze onbekende persoon. Ik draai me om naar mijn vader en wacht op instructies. Ik neem aan dat hij wil dat ik een hoofdstel en een zadel ga halen om onze les te beginnen, maar in plaats daarvan loopt hij naar het hek en zegt tegen Hannibal,

“Laat de zweep en de sporen achter en volg me.”

Goed. Vader heeft zijn missie 'raak de martelinstrumenten kwijt' voltooid. Hannibal ziet er verstrooid uit alsof er een film in zijn hoofd afspeelt, maar mijn vaders stem rukt hem los uit zijn dagdroom. Hij haalt zijn hand nerveus door zijn haar voordat hij doet wat er van hem gevraagd wordt en gaat vrij zenuwachtig naar het hek. Als het hek van de weide dicht is, loopt mijn vader

Hoofdstuk 5

langzaam naar de paarden, gevolgd door Hannibal, die zich bijna achter hem verstopt alsof hij hem als lijfwacht gebruikt. Zaldia doet een pas terug, legt zijn oren plat en schopt voordat hij naar het achterste gedeelte van de weide galoppeert Gehoorzamer komt de tweeling langzaam naar mijn vader.

“Dit zijn Mishka en Mysh' zegt hij tegen Hannibal, terwijl hij respectievelijk naar links en dan naar rechts wijst.

Vader stopt en geeft ze een knikje. In antwoord stopt de tweeling tegelijktijdig en brengen één knie naar de grond, hun manier van buigen tijdens een voorstelling.

Ik wil bijna in mijn handen klappen maar ik kan zien hoe extreem gespannen Hannibal is. Hij is ongelofelijk bleek, zijn kaken zijn op elkaar geklemd en ik denk dat hij er moeite mee heeft om zichzelf in bedwang te houden. Vader schenkt hem geen enkele aandacht. Hij aait de nek van de paarden voordat hij Hannibal roept.

“Kom hier.”

Hoofdstuk 5

Maar Hannibal staat roerloos als een standbeeld. Ik realiseer me eindelijk dat deze man bang voor paarden is, een angst die hem volledig verlamt. Ik gebaar naar mijn vader en even later knikt hij. Ik loop vastbesloten naar de paarden en vraag Mishka om opzij te gaan. Dan leun ik tegen de schouder van Mysh' en vraag haar om op haar zij te gaan liggen. Dat doet ze bevallig en ik glijd onder haar benen om tegen haar buik aan te gaan liggen. Ik roep Mishka en hij gaat in dezelfde houding liggen met zijn rug naar me toe.

“Dat is goed, mijn lieverds,” bedank ik hen.

We blijven een poosje stil liggen - ik krijg het er nogal heet van - en dan omhels ik Mishka's nek en laat een been over zijn rug glijden. Met mijn tong klikkend beveel ik hem om op te staan voordat ik mijn andere been over zijn rug laat glijden. Hij staat langzaam op en ik knijp hem met mijn kuiten om hem te laten lopen en daarna rond Mysh' te galopperen, die nog steeds op de grond ligt. Dan springen we over haar heen. Ze geeft geen enkele krimp. Ik laat Mishka weer lopen, aai zijn nek en glijd naar de

Hoofdstuk 5

grond. Ik klik met mijn tong en Mysh' staat op. Ik aai haar ook voordat ik me naar Hannibal draai, de tweeling aan mijn zijde.

“Deze twee zullen u geen kwaad doen, meneer. U kunt dichterbij komen, ik beloof het.”

Heeft mijn demonstratie hem gerustgesteld? Zal dat hem overtuigen om een stap in de richting van de paarden te doen?

- 6 -

Hoofdstuk 6

Na wat een eeuwigheid lijkt, neemt Hannibal een stap naar ons toe, dan nog een, maar stopt opeens wanneer Mishka zijn hoofd schudt om een vlieg te verjagen. Ik denk aan de eerste keer dat ik naar een tijger in het circus moest lopen. Ik was vijf jaar, doodsbenauwd bij het zien van deze bek vol tanden die voor me open gaapte, maar mijn oom wist hoe hij met me om moest gaan. Hij krabde de tijger achter de oren en zorgde dat hij ging liggen zodat hij minder indrukwekkend leek voordat hij me weer riep,

“Kom op, Nadja. Hij zal je geen kwaad doen! Zeg tegen jezelf dat hij gewoon een grote kat is die geknuffeld wil worden.”

Ik overwon mijn angst en benaderde de tijger. Ik knielde neer en aaide hem zachtjes. Een paar weken later reed ik al op de tijger en sprong zonder een spoor van angst door brandende hoepels. Deze herinnering doet me glimlachen, hoewel ik mezelf niet Hannibal kan zien vertellen dat onze paarden slechts grote katten zijn die geknuffeld willen worden. Maar misschien was mijn onbedoelde glimlach genoeg om Hannibal een paar stappen dichterbij te laten doen.

Hoofdstuk 6

“Dat is goed, strek nu uw handen uit met de palmen naar boven.

De paarden strekken langzaam hun nek uit, de tip van hun neuzen bewegen zich naar zijn uitgestrekte handpalmen en ruiken ze voorzichtig voordat ze ter attentie staan.

“U kunt hun nek aaien als u wilt. Ze zullen zich niet bewegen.”

Hannibals handen vallen langzaam naar beneden. Een nerveuze tic begint in zijn wang te trekken, maar de rest van zijn lichaam blijft onbeweeglijk. Ik hoor opeens een zacht zoemend geluid dat Hannibal uit zijn trance los lijkt te rukken. Hij trekt de mouw van zijn jasje terug en werpt een geïrriteerde blik op zijn pols. Ik zie een grote gouden armband versierd met glitterende stenen; zouden dat diamanten kunnen zijn? Dit soort ijdelheid vertelt veel over zijn karakter! Hannibals gezicht transformeert zich voor onze ogen. Hij fronst, zijn ogen knijpen zich tot spleetjes en hij kijkt weg. Dan ontspant zijn gezicht zich, zijn mond verbreedt zich tot een wolfachtige grijns. De metamorfose is zo plotseling dat ik

Hoofdstuk 6

onwillekeurig huiver. De paarden moeten mijn verontrusting voelen aangezien ze zich beginnen te roeren. Ik leg snel een arm over hun nek en ze worden rustig. Ik blijf naar Hannibal kijken die een paar stappen terug heeft gedaan. Ik kan zien dat hij heel erg opgewonden is wanneer hij zegt,

“Ik kom eraan.”

Hij tikt met zijn wijsvinger op zijn armband voordat hij zich met koortsachtige ogen naar mijn vader wendt.

“Er is... iets dringends. Ik ben zo terug. Maken jullie het jezelf gemakkelijk totdat ik terugkom.

En daarmee laat hij ons achter en haast zich naar een terreinwagen die met hoge snelheid aan komt rijden. Misschien heeft deze armband niets met ijdelheid te maken, maar is het eigenlijk een hightech communicatie-apparaat, zoals een horloge dat verbonden is met het internet?

Vader rukt me los uit mijn gedachten en knikt.

Hoofdstuk 6

“Je demonstratie was een heel goed idee, Nadja. Maar ik denk dat we nog een hele weg voor ons hebben voordat deze man vertrouwen zal krijgen in een paard.

“En vice versa.” Ik ben niet zo bezorgd over Mishka en Mysh': ze zijn zachtaardig en zolang ik bij hen ben, komt alles in orde. Maar wat Zaldia betreft heb ik het gevoel dat hij de negatieve uitstraling van deze man van een kilometer afstand kan voelen! “Denk je dat je deze twee tezijnertijd aan elkaar kunt laten wennen?”

“Dat is de uitdaging die ik besloten heb aan te nemen...”

- 7 -

Hoofdstuk 7

Terwijl we wachten op Hannibals terugkomst, biedt de jongste van Hannibals medewerkers, Filipe, ons aan om ons 'de stad in' te rijden om wat inkopen te doen, betaald door onze gastheer natuurlijk. Vader slaat zijn aanbod af omdat hij liever bij de paarden blijft, maar ik grijp de gelegenheid met beide handen aan om deze vergulde gevangenis te ontsnappen. En ik moet toegeven dat het idee om te gaan winkelen, voor mezelf in plaats van om iemand te vergezellen om alleen maar kilo's eten voor het circus team te dragen, een leuke verandering zal zijn!

Ik maak ook van de gelegenheid gebruik om Filipe te ondervragen tijdens de reis.

“Werk je al lang voor Hannibal?”

Ik maak uit zijn verwarde uitdrukking op dat hij geen woord Russisch spreekt, dus herhaal ik mijn vraag in tamelijk gebrekkig Engels. Hij antwoordt in het Engels en het zijne is nog slechter dan het mijne.

“Eén jaar.”

Hoofdstuk 7

Het is niet eenvoudig om een gesprek te voeren, maar ik slaag er toch in om er achter te komen dat het kasteel vele jaren leeg heeft gestaan en dat Filipe en de andere man ingehuurd zijn om de arbeiders en tuinmannen die het landgoed op orde brachten heen en weer te rijden. Maar wanneer ik probeer om wat meer persoonlijke informatie over Hannibal uit hem te krijgen, mompelt Filipe en wuift met zijn hand om aan te geven dat hij niets weet of liever gezegd dat hij me niets kan vertellen. Teleurgesteld leun ik in mijn stoel achterover en besluit om in ieder geval van het uitzicht te genieten.

De Baskische kust is zo mooi! Ik adem de wilde geur van gras en de oceaan in door het open raam van de auto, mijn ogen drinken de kleuren en het nieuwe licht in. En dit weerhoudt me ervan om de ongelofelijk attente Filipe van te dichtbij te bestuderen... Ik ben blij dat hij degene is die met me mee ging; de andere man met de onuitspreekbare naam, Garbixo, is veel ouder en veel minder... aangenaam voor het oog. Dat is genoeg! Ik ga mijn tijd niet verdoen met Filipes biceps te bewonderen, of zijn dijen die elke keer dat hij van versnelling

Hoofdstuk 7

verandert aanspannen, of zijn bruine krullen die in de wind waaien, of zijn profiel met de perfecte rechte neus, of... Ik zal blij zijn als we in de stad zijn.

Alle verkeersopstoppingen en duizeligmakende menigtes in deze enorme kustplaats zorgen er bijna voor dat ik mijn gevangenis van kalmte en eenzaamheid ga missen! Filipe merkt mijn verontrusting op wanneer ik met de honderden schreeuwerige boetieks geconfronteerd word die de straten vullen en met een mengeling van Engels, Baskisch en een paar handgebaren, biedt hij me aan me naar een rustiger buurt te brengen. Ik volg hem dankbaar door de wirwar van straten in de oude buurt totdat we op een met kinderkopjes bestraat plein komen onder de schaduw van moerbeibomen. Hier gaat hij een rustige winkel binnen, voert een korte gesprek in Baskisch met de beheerster, Galéria, en laat me met haar alleen, me aanmoedigend toeknikkend. Deze prachtige vrouw meet me discreet van top tot teen voordat ze me uitnodigt om op de planken te kijken. Ik zie een laag uitgesneden, saffierblauwe jurk gemaakt van een zijdeachtig, licht materiaal. Ik haal hem eruit en houdt hem tegen me aan voor de spiegel. Ik ben... hij is prachtig... afgezien van de

Hoofdstuk 7

gymschoenen onder mijn gerafelde spijkerbroek. Niet erg chique. Ik leg de jurk snel terug op de plank en voel mijn wangen gloeien als een vuurbaken; ik zou het nooit wagen om zoiets te dragen. In plaats daarvan kijk ik naar de T-shirts en kies een grijze en een zwarte uit. Ik kan deze afwisselen met de twee of drie die ik met me meegebracht heb. Dan komt Galéria terug, haar armen vol met kleren op hangers die ze op een rek hangt voordat ze me wenkt. Er liggen overal schoenendozen op de vloer, gevuld met open pumps, ballerina's, sandalen en hoge hakken, in allemaal verschillende kleuren. Het is genoeg om je hoofd ervan te laten draaien! Ik doe wat Galéria vraagt en kom dichterbij, laat mijn vingers over de hangers glijden, niet in staat om uit al deze kleren te kiezen die veel te vrouwelijk voor mij zijn! Ik schud mijn hoofd en geef haar de twee T-shirts die ik tegen mijn borst aanhoud. Ik steek mijn hand in mijn zak om er geld uit te halen maar ze schudt haar hoofd nadrukkelijk. Ze zucht met een glimlach voordat ze de T-shirts in een tasje doet en ze me overhandigt. Ik voel me zo ongemakkelijk en in verlegenheid gebracht wanneer ik de winkel verlaat.

Hoofdstuk 7

Ik voel me volledig verloren. Filipe wacht buiten op me. Hij neemt lief de plastic tas uit mijn handen en geeft me een papieren zak terug.

Carise? Kersen?”

De zak zit boordevol glanzende, donkerrode kersen. Ze zien er perfect rijp uit en normaal gesproken zou ik ze verslinden. Maar ik voel me helemaal nerveus en schud mijn hoofd. Ik kan zijn teleurstelling voelen. Ik ben niet in staat om Filipe aan te kijken of iets tegen hem te zeggen wanneer we naar de auto teruglopen. En daarna doe ik net alsof ik slaap, de hele weg terug. Ik ben een hopeloos geval!

- 8 -

Hoofdstuk 8

Wat? Ben ik echt in slaap gevallen? Zijn we nu al terug bij het kasteel? De deur van de bestuurder is open en Filipe is verdwenen. Ik wrijf hard in mijn ogen, worstel om mijn stoel uit te komen en vind een kleine tafel onder een parasol op het terras. Ik kijk om me heen, maar ik zie niemand. Ik loop naar de tafel. Er staat een lichte maaltijd voor één persoon klaar. Ik vraag me af waar mijn vader is? Terwijl ik wacht, schenk ik mezelf een groot glas water in en aangezien er niemand is die me kan zeggen wat ik wel of niet mag doen, proef ik van de kazen en het verrukkelijke fruit dat voor me staat. Ik voel me beter en besluit om naar de paarden toe te gaan. Ik heb ze gemist!

Ik moet duidelijk wat gemist hebben, want ik sta volledig versteld van wat ik aantref. Hannibal is al terug en rijdt zonder zadel op Mishka! En hij is blootsvoets, met alleen een poloshirt en een rijbroek aan! Ik loop ongelovig naar de omheinde weide, maar vader gebaart stilletjes dat ik weg moet gaan. Ah, stoor ik ze? Ik ga stilletjes aan de kant en kijk naar Hannibal. Hij zit helemaal rechtop, zijn handen in Mishka´s manen gebald die net zo

Hoofdstuk 8

onbeweeglijk als zijn berijder is. Hannibal staart de verte in, zijn borstkas gaat op en neer in een tempo dat duidelijk maakt dat hij zichzelf dwingt om heel langzaam adem te halen. Vader praat heel zacht. Ik weet niet wat hij zegt, maar ik kan net zien dat Hannibal knikt. Mishka begint langzaam te lopen. De handen van zijn ruiter trekken woest aan zijn manen alsof het teugels waren, maar de bedaarde Mishka lijkt niet geïrriteerd en blijft in cirkels om mijn vader heen lopen. Beetje bij beetje ontspant Hannibals lichaam zich. Hij doet zijn handen naar beneden, ontspant zijn pelvis en begint met het paard mee te bewegen in plaats van tegen hem in. Na een tijdje verzoekt vader Mishka om om te draaien en in de andere richting te lopen. Hannibals benen zijn weer gespannen, zijn handen en hielen beginnen omhoog te gaan. Maar gekalmeerd door de regelmatige beweging van het paard en mijn vaders advies, begint hij zich te ontspannen. Vader feliciteert hem maar de vooruitgang is hem nog niet voldoende. Hij verzoekt hem om de manen los te laten en zijn handen op het hoofd te doen. Hij moet aandringen voordat Hannibal instemt en wanneer de aarzelende ruiter eindelijk zijn handen op zijn hoofd doet en beseft dat het paard niet reageert en gehoorzaam door blijft lopen, maakt de angst op zijn gezicht plaats voor een blik van tamelijk aangename verrassing. Na een tijdje verzoekt vader hem iets anders te doen. Dit staat Hannibal duidelijk niet aan aangezien hij zijn armen naar beneden doet en zijn hoofd schudt.

Hoofdstuk 8

Vader stopt Mishka en loopt naar hem toe. Hij voert een korte discussie met Hannibal die tenslotte toegeeft. Met vader die een van zijn benen vasthoudt, brengt hij zijn borst naar beneden, een blik van wantrouwen en bijna weerzin op zijn gezicht, en omhelst de nek van het paard. Mishka, goede jongen dat hij is, laat dit toe en ik zie dat Hannibals rug zich licht ontspant. Dan vraagt vader Mishka weer verder te lopen en loopt een aantal passen naast hem voordat hij geleidelijk Hannibals been loslaat. In het begin is Hannibal verstijfd, dan laat hij zich geleidelijk aan gaan en staat het paard uiteindelijk toe om met hem op zijn rug rond te lopen zonder tegen te werken. Maar opzettelijk door mijn vader zonder instructies gelaten, besluit Mishka, zoals elk goed paard, om te beginnen te grazen en loopt van de ene pluk gras naar de volgende. Hannibal durft zich niet te bewegen totdat vader begint te lachen en tegen Hannibal zegt dat hij wakker kan worden en zelfs van het paard af kan stijgen als hij wil.

Ik glip stilletjes weg en hoor stukken conversatie waarin de woorden stijf, ademhaling, vertrouwen, doorzettingsvermogen, doel

Hoofdstuk 8

en Zaldia veelvuldig genoemd worden. Als het doel is dat Hannibal gauw een paard als Zaldia zal kunnen rijden en beheersen, dan zal hij echt meer vertrouwensvol moeten zijn...

Ik zoek rond naar Mysh' en Zaldia. Ah, ze zijn in hun eigen weides, zover mogelijk van Mishka's verwijderd. Ik neem aan dat mijn vader ze apart gehouden heeft zodat ze het nieuwe Mishka-Hannibal partnership niet kunnen verstoren. Ze grazen allebei rustig en het ziet ernaar uit dat Zaldia begint te wennen aan de nieuwe omgeving. Dit maakt me echt blij. Hij strekt zijn krachtige nek, snuift de zoute lucht en schudt zijn manen. Ik zie zijn spieren rimpelen als hij een paar stappen naar de oceaan doet. Hij is een mengeling van kracht en verfijning. Hij is echt magnifiek. De gewonde en vermagerde wilde hengst die we een paar jaar geleden opnamen en die altijd zo waanzinnig woest was, is niet meer te herkennen.

- 9 -

Hoofdstuk 9

We waren op toer met een circusshow in West-Siberië. Er was ons verteld dat in de Kulunda steppe, tussen de Ob, de Irtysh en Kazakhstan, een fokboerderij was voor Spaanse raspaarden. Het was oom Vassili gelukt om vader te overtuigen om enkele nieuwe paarden aan te schaffen om de paardenshows nog spectaculairder te maken. Ze hadden de elegante Andalusiër gekozen met zijn trotse loop en natuurlijke talent voor de piaffe en de passage. Door hun gevoelige monden worden het goede, gehoorzame paarden wanneer ze ingewerkt worden en juist bereden. Ze worden ook vaak in films gebruikt waar hun houding en goede temperament erg gewaardeerd worden. Ze zijn betrouwbaar en dapper, ze hebben altijd een aangenaam temperament en wanneer ze eraan gewend raken, houden ze ervan om in een circusarena rond te stappen tot groot plezier van het publiek.

Zodoende gingen we op pad naar deze fokboerderij waar de eigenaar, een man met de naam Vania met lang vet haar en een gemene uitdrukking, een partij van vier veulens voor een redelijke prijs aanbood. Ze stonden op een rij in nauwe stallen in een donkere hangar van metaalplaat. Mijn vader schrok

Hoofdstuk 9

toen hij zag hoe dun en timide ze waren en stond op het punt om weg te gaan toen oom Vassili, eeuwig de diplomaat, vroeg om ze in het daglicht te zien en ze te zien rondlopen.

Vader, fronsend, schudde zijn hoofd toen hij ze zag lopen, onhandig, vermagerd en angstig terwijl Vania ze aan de leidsels meetrok en uitschold. Hij mompelde “nyet” tegen mijn oom en had zich al omgedraaid om weg te gaan toen we opeens een hels kabaal hoorden dat achteruit de hangar kwam. Woedend gehinnik vergezeld met schoppen tegen de platen metaal die het hele gebouw deden schudden. Vania, die er ontzettend geïrriteerd uitzag, overhandigde Vassili het leidsel van het veulen voordat hij zich naar achteren haastte.

“Zaldia, wat ben je toch een vreselijke hengst! Ik zal je een lesje leren!”

Vader volgde en ik rende hem achterna zo snel als mijn kleine beentjes mij konden dragen. Vania had een zweep gepakt en was bezig de grijze hengst die in een stal worstelde, schoppend tegen de metalen muren en vechtend tegen de touwen die hem gevangen hielden, genadeloos af te ranselen. Het arme

Hoofdstuk 9

paard was bedekt met striemen en bloederige wonden, zijn ogen wit van woede, schuimend speeksel in zijn mondhoeken. Vader wierp zichzelf op Vania en rukte de zweep uit zijn handen voordat hij hem recht in het gezicht stompte. De man, verdoofd, lag in het stof, wreef zijn neus en vroeg ongelovig,

“Maar... hoe kan ik in hemelsnaam dit dier verkopen als ik hem niet eerst tem?”

Mijn vader hief de zweep omhoog, klaar om dezelfde straf uit te meten als Vania de arme hengst had gegeven, maar ik schreeuwde,

“Nee! Stop, stop, ik smeek het je!”

Vader staarde me aan alsof ik een buitenaards wezen was, zijn gezicht was zo rood als een biet en hij zag er bijna net zo waanzinnig uit als de mishandelde hengst. Na wat een eeuwigheid leek, liet hij de zweep los en wreef zijn gezicht hard alsof hij de laatste resten boosheid weg wilde wrijven die hem overvallen had. Toen haalde hij een rolletje bankbiljetten samengebonden met een elastiekje uit zijn zak en gooide het naar Vania, die zijn handen omhoog deed om zijn gezicht te beschermen, bang voor nog meer klappen.

Hoofdstuk 9

“Ik neem de veulens en de hengst voor dezelfde prijs. Bid tot God dat onze paden elkaar nooit meer zullen kruisen.”

Ik heb altijd een mengeling van angst en respect voor mijn vader gevoeld. Ik begon van hem te houden toen ik zag dat hij empathie had voor zijn paarden, dat hij eindeloos geduld had met hen te verzorgen, en nog belangrijker, in het winnen van hun vertrouwen.

Het was niet eenvoudig om de paarden in de trailer op de boerderij te krijgen. De veulens, na te drinken gekregen te hebben en met behulp van lieve woorden, wortels en liefkozingen, hadden eindelijk de ramp beklommen, de trailer in. Het enige dat overbleef was om Zaldia te overtuigen naar binnen te gaan.

Ondanks dat hij van jongs af aan tijgers had opgevoed, was oom Vassili geschokt door Zaldia's woede en hield me ver van de stal vandaan.

“Het is een vergissing om dit dier mee te nemen, Sergei. Het is een wild dier, onmogelijk te temmen. Hij zal ons doden voordat we zelfs maar bij hem in de buurt kunnen komen.”

Hoofdstuk 9

De hengst, in toom gehouden door zijn touwen, hield ons uit zijn ooghoeken in de gaten, zijn lichaam rilde nerveus en zijn spieren waren zo strak als een gespannen boog.

“Ik kan hem hier niet achterlaten,” zei mijn vader.

Toen liep hij naar de hengst toe, langzaam maar vastbesloten, met open handpalmen en op zachte toon pratend,

“Ik ga je geen pijn doen, Andalusiër. Laat me je van je ketenen bevrijden.”

Hij ging door met het mompelen van kalmerende woorden, de muziek van zijn stem hypnotiseerde me als de hang die door mijn neef Igor bespeeld werd. Dat is een soort ronde metalen trom met een piek in het midden en vijf indrukken als handafdrukken eromheen. Het lijkt helemaal niets op de bastrom waar je met een trommelstok op slaat. Wanneer Igor zijn vingers op de trom laat dansen die op zijn dijen rust, hem aait als een kat, vermengen de vibraties en de geluiden zich om een indringende melodie te creëren. Wanneer Igor 's avonds zijn hang

Hoofdstuk 9

bespeelt bij het vuur, roept hij een warrelwind van dromen op, wervelend met de reizen van verbeelding. Je sluit je ogen en gelukkige of nostalgische beelden beginnen zich achter je gesloten oogleden te vormen, je geest reist naar de kabbelende golven van warme zeeën of vliegt op de zijden vleugels van vogels. De tijgers grommen zacht en echoën deze stem uit de diepte van tijd, uit de geheime schoot van de aarde.

Is dit de stem waar Zaldia naar luistert? Rillend en alert, laat hij vader naderen, zijn oren dansen een nerveus ballet, zijn neusgaten trillen. Maar wanneer hij vindt dat de mens te dicht bij gekomen is, maakt hij dat duidelijk, hij ontbloot zijn tanden en legt zijn oren plat. Hij wordt geagiteerd en met elke stap probeert hij de touwen te ontvluchten die hem in bedwang houden en gemeen in zijn flanken snijden, de strakke leren halster aan zijn voorhoofd bevestigd en aan zijn linker- en rechterwang, wat zijn hoofd en keel schuurt. Vader stopt en blijft heel lang bewegingsloos staan terwijl hij blijft praten. Dan haalt hij langzaam een lang mes van zijn riem en houdt het naar het paard toe dat angstig begint te stampen en weer tegen de metalen muren begint te duwen met

Hoofdstuk 9

zijn flank. De toon van mijn vaders stem verandert iets en wordt dieper. Ik kan de woorden niet horen, maar ik kijk toe als de hengst probeert zich om te draaien en hem aan te kijken. Hij stopt met tegen de muren te duwen en staat eindelijk stil. Vader blijft langzaam dichterbij hem komen. Dan, met een snelle, precieze beweging, snijdt hij de touwen door die de flanken van het paard in bedwang houden. Hij stapt snel terug wanneer de hengst in het rond begint te trappen, schoppend en springend als een schaap omdat hij niet kan steigeren en vluchten. Vader wacht tot het paard kalmer wordt terwijl hij door blijft gaan met het zingen van zijn kalmerende woorden. Al gauw begint Zaldia´s borst, zwellend en leeglopend als een accordeon, in een lager tempo te bewegen, zijn vrije benen stampen op de vuile stalbedekking, onzeker over zijn gedeeltelijke vrijheid. Hij trekt aan de banden aan zijn hoofd maar begrijpt snel dat hij ze niet kan verbreken in zijn eentje. Dus staart hij voor een lang moment naar de mens voordat hij opzij gaat om hem ruimte te geven om naar binnen te gaan. Mijn vader gaat naar binnen, loopt naar de zijkant van het paard, vermijdt het maken van elk contact en snijdt dan de overblijvende banden door voordat hij zich terugtrekt in een hoek van de stal. Zaldia, eindelijk vrij, schudt zijn hoofd en laat een lang gehinnik horen voordat hij voor mijn vader steigert. Mijn hart slaat een slag over. Ik voel de hand mijn oom Vassili zich spannen op mijn schouder. Staat zijn voorspelling op het punt uit te komen? Zal deze hengst mijn vader vertrappen om hem te straffen voor het feit dat hij een mens is?

Hoofdstuk 9

Zaldia blijft overeind voor wat een eeuwigheid lijkt, voordat hij op alle vier hoeven terugvalt en eindelijk zijn metalen gevangenis verlaat. Dronken van zijn nieuwgevonden vrijheid, galoppeert hij op volle snelheid weg, in de rondte draaiend en afwisselend tussen schoppen en steigeren, voordat hij de steppe oprent en achter de heuvel verdwijnt. Ik kijk naar mijn vader. Er kruipt een glimlach over zijn gezicht en zijn ogen volgen een vlek in de verte die nu onzichtbaar is. Het is alsof hij getransformeerd is. En dan, met een heimelijk gebaar, wrijft hij zijn ogen.

Vassili geeft me een klopje op mijn hoofd. Ik kijk naar hem, zijn gezicht straalt pure vreugde uit vermengd met opluchting. Voor mijn vader was het alsof het bevrijden van dit mishandelde paard gelijkstond aan het oplossen van alle problemen in de wereld, aan het goedmaken van elk verlies, en verlangen en hoop weer in leven riep.

- 10 -

Hoofdstuk 10

De terugreis over de hobbelige wegen in de lege Kulunda steppe, met de vier veulens in de trailer, werd in stilte gereden, geen van ons wilde het emotionele moment verbreken van het bevrijden van Zaldia. Van tijd tot tijd reageerden de veulens, wiens neuzen de wind snoven, op de omgeving op hun eigen manier, verrast hinnikend naar de nieuwe geuren, het gemurmel van de wind door het grasachtige koren dat in de zwarte aarde bloeide, naar de haviken roepend die door de lucht zweefden en de saiga antilopen die door de kastanjebomen renden en nu met hun zomervachten pronkten. Toen begonnen ze plotseling allemaal luid te hinniken. Schril, zich herhalend gehinnik, alsof ze een prachtig weiland gezien hadden of een stalmaat herkend hadden. Oom Vassili keek instinctief in zijn achteruitkijkspiegel en ik zag hoe de uitdrukking op zijn gezicht in één van grote verbazing veranderde. Hij ging langzamer rijden en parkeerde aan de kant van de weg, mijn vader aankijkend. Mijn vader sliep half en snapte niet waarom het busje gestopt was.

“Stap uit, Sergei! We hebben een bezoeker!”

Hoofdstuk 10

Verwonderd wreef vader zijn gezicht om zichzelf wakker te maken en opende zijn portier, mopperend. Hij hield op met protesteren zodra hij zag wie onze bezoeker was. Het was Zaldia! Hij moest ons gevolgd hebben. Zou hij de leider van de kudde geweest zijn en wilde hij nu de veulens beschermen, of had hij gewoon wat gezelschap nodig?

“Nadja, pak die zak wortelen en kom hier,” fluisterde hij.

Zaldia had zich verstopt tussen de bomen en ons doen en laten gevolgd. Mijn vader pakte een grote wortel en liep naar het begin van de kastanjebomen, waar hij op een respectvolle afstand van de hengst stilstond. Hij stak de wortel naar hem uit en riep hem op een kalmerende toon. Met teruggetrokken lippen en zijn neusgaten gesperd, snuffelde de hengst gretig aan de wortelen. Hij brieste in hebberige nieuwsgierigheid, stampte achter de rij bomen, nog steeds onzeker of hij het groepje bomen zou verlaten of niet. De veulens in het busje raakten opgewonden en riepen naar hun vriend in een fanfare van blij gehinnik. Maar Zaldia bleef terughoudend. Toen plaatste mijn vader de wortel

Hoofdstuk 10

die hij vasthield op de grond en nam een paar stappen terug. Ondertussen bleef hij de hele tijd de hengst roepen, zijn armen langs zijn zijde met de handpalmen naar buiten gedraaid. Na een ogenblik te aarzelen, verliet Zaldia de bescherming van de bomen, dansend van de ene kant naar de andere voordat hij besloot naar voren te komen en de wortel van de grond te pakken, waarna hij opnieuw bescherming achter de bomen zocht. Mijn vader pakte nog een wortel uit de zak die ik droeg en deed een paar stappen naar voren. De zak was erg zwaar dus besloot ik hem op de grond te zetten en er naast te gaan zitten. Vader bleef tegen Zaldia praten, probeerde hem te charmeren, hem dichterbij te brengen. Het paard danste, aarzelde en kwam dan naar voren om een halve wortel uit mijn vaders hand te pakken. Hij nam een stap terug en danste opnieuw. Nadat hij de tweede helft van de wortel verorberd had en zich terugtrok en danste, draafde hij naar mij toe. Nou ja, naar de open zak met wortelen voor me.

“Geen plotselinge bewegingen, Nadja,” instrueerde mijn vader me, een zweem van bezorgdheid in zijn stem.

Hoofdstuk 10

Ik bewoog geen spier, liet Zaldia dichterbij de zak komen, liet hem dansen en zich voleten met sappige, zoete wortelen. Was het omdat ik maar een halfgroot mens was dat hij maar half bang voor me was? Wat het ook was, ik was niet bang en had alleen maar medelijden met dit arme paard met zijn open wonden. Ik mompelde zachtjes tegen hem en ondanks het risico hem af te schrikken, strekte ik mijn hand naar hem uit en aaide een deel van zijn nek dat niet gewond was. Hij trilde maar liep niet weg.

Een plotseling piepend geluid deed ons beiden opschrikken en een secondelang was ik bang dat Zaldia op de vlucht zou slaan. Hij deed een stap terug, op zijn hoede. Oom Vassili had het portier geopend en was met mijn vader aan het praten.

“Loop heel langzaam met de zak naar de trailer,” zei vader.

Ik ging langzaam staan en voelde Zaldia trillen van angst, maar hij rende niet weg. Ik liep naar de trailer terug en legde instinctief van tijd tot tijd een wortel achter me, net als Hansje en Grietje met hun broodkruimels.

Hoofdstuk 10

Zaldia hinnikte in frustratie en weigerde me te volgen in het begin. Het was pas toen ik weer in de auto was en we weer met een lage snelheid verder reden, dat Zaldia besloot om de 'wortelkruimels' op te knabbelen. Begeleid door de aanmoedigende geluiden van de veulens, volgde hij ons terug naar het kamp en voegde zich bij de andere paarden in de omheinde weide. En dat is hoe we een hengst en vier veulens kregen die alles van het begin af aan moesten leren, beginnend met liefde.

Mijn vader besteedde heel veel tijd en energie aan het opvoeden van Zaldia, door tegen hem te praten, hem beetje bij beetje te trainen en zijn vertrouwen en respect te verdienen. Ik denk dat ik soms jaloers was op de tijd die mijn vader met hem doorbracht, ten koste van mij. Hun band was zo sterk dat er weinig ruimte voor anderen was. Als ik ze naast elkaar zie lopen, schouders onberispelijk recht, zie ik een perfect koppel, die elkaar zo goed kennen dat ze woordeloos met elkaar kunnen communiceren. Ik vraag me soms af of het niet Zaldia was die mijn vader 'beter maakte', een paar jaar na de dood van mijn moeder. Ondanks dat hij een hengst is en de rol die hij verdiend had als de onbetwiste koning van de

Hoofdstuk 10

circuspaarden, was hij op een bepaalde manier trouw aan mijn vader. Niemand zou geloofd hebben dat Zaldia ooit een ander mens zou gehoorzamen; hij had zoveel goede redenen om ze te haten.

Ik putte een beetje troost uit de afstand die mijn vader tussen ons gecreëerd had terwijl hij voor Zaldia zorgde, omdat het betekende dat ik plotseling verantwoordelijk was voor het trainen van de nieuwe veulens! Ze waren zo lief, gehoorzaam en speels, en zulke snelle leerlingen dat het niet lang duurde voordat we er een paar getraind hadden die bij ons publiek in de smaak vielen. Zaldia bekeek ons aandachtig wanneer we buiten oefenden en leerde op afstand de relatie die hij met liefhebbende mensen kon opbouwen. Tot de dag waarop hij, tot mijn vaders grote verrassing, over het hek van de omheinde weide sprong en zich bij ons voegde!

- 11 -

Hoofdstuk 11

Ik heb geen zin om op te staan. Hannibal maakt enorm veel vooruitgang. Hij lijkt comfortabel met alle snelheden, hoewel hij duidelijk liever op Mishka en Mysh' rijdt met een zadel dan zonder. Ik ben nutteloos omdat hij alleen met mijn vader werkt. En hij is al twee dagen in een verschrikkelijk humeur, sinds de ochtend waarop we Hannibal al heel vroeg in de arena vonden. Hij zat op Mysh', opgezadeld en met hoofdstel, en sloeg haar als een gek met de zweep om haar te laten gehoorzamen.

“Ik verbied u om mijn paarden te slaan! Hebt u dan niets geleerd?” buldert mijn vader, en haast zich naar hem toe, grijpt de zweep uit zijn handen en dwingt hem om af te stijgen. “Het zal u nooit lukken om een paard op de lange duur met geweld tot gehoorzaamheid te dwingen. Ik vertrek onmiddellijk en ik neem mijn paarden met me mee!”

Ik zag de rest van hun schermutseling niet omdat ik haastig naar Mysh' gerend was om haar uit de arena te halen, uit de buurt van deze verschrikkelijke man. Maar Hannibal moet een manier gevonden hebben om mijn vader op andere gedachten te brengen,

Hoofdstuk 11

omdat we nog steeds op dit verdraaide kasteel vastzitten. Hij had op Zaldia moeten rijden vandaag maar ik denk dat dat uitgesteld zal moeten worden vanwege het slechte weer dat ons net overvallen heeft. De lucht is vergeten dat hij blauw hoort te zijn en wisselt tussen troosteloze tinten grijs en zwart, de bomen buigen zich onder de kracht van de wind en de regen die alles overstroomt, mijn moreel inbegrepen.

Ik geef eindelijk toe en kom onder het dekbed uit om mijn benen te strekken. Ik wilde in de zon langs de rand van de klif lopen, maar dat zal ik uit moeten stellen, dus ga ik de gelegenheid maar benutten om het kasteel van binnen te verkennen. Een van de medewerkers, degene met de onuitspreekbare naam, had hij het niet over een bibliotheek gehad? Aangezien we continu onderweg zijn, hebben we zelden de gelegenheid om boeken te lenen. En afgezien van oude studieboeken, versleten door generaties van circuskinderen, heb ik nooit echt veel gelezen! Ik ga naar de entreehal zonder een sterveling tegen te komen. Ik roep,

“Hm... Is daar iemand?”

Hoofdstuk 11

Het enige antwoord dat ik krijg is mijn eigen stem die naar me terug echoot. Nou ja, maakt niet uit. Ik aarzel een moment voordat ik de ronde werveltrap beklim. Deze keer reflecteert het licht dat door de glazen koepel komt geen lichtstralen in het rond. Zijn grijze en paarse licht maakt de familieportretten doffer, de ogen van de doden volgen me als geesten. Ik begin er spijt van te krijgen dat ik in Hannibals wereld ben binnengedrongen. Ik realiseer me dat hoe hoger ik klim, des te moderner de kleding in de portretten is. Wat is dit? De verzameling portretten houdt opeens op. Ik bekijk het laatste schilderij. Het toont een familie van vier, die kleren uit de jaren '70 of '80 dragen, denk ik. Ze glimlachen allemaal, afgezien van een jongen met bruin haar, die zes of zeven jaar is. Ik bekijk zijn gezicht van dichterbij; hij lijkt op Hannibal. Misschien is het omdat het schilderij niet nieuw meer is, maar het lijkt alsof hij veelkleurige ogen heeft, één blauw en één bruin. Ik dacht dat Hannibals ogen allebei staalblauw waren? De uitdrukking op zijn gezicht verontrust me een beetje, dus kijk ik naar de jongere jongen met licht haar die trots naast hem poseert. Zou het zijn jongere broer kunnen zijn? Waarom houdt de portretverzameling hier opeens op?

Hoofdstuk 11

In het besef dat ik geen antwoord op deze vragen zal krijgen, klim ik verder totdat ik bovenaan de trap kom. Ik kan van onder de glazen koepel het constante geroffel van de regen horen. De wolken wervelen woest en werpen bewegende schaduwen op de muren en de onberispelijk in de was gezette, bleke parketvloer. Ik doe mijn ogen een ogenblik dicht en adem de nieuwe geuren van was, hout en hints van leer in. Wanneer ik me sterker concentreer, denk ik dat ik de geur van papier ruik, net als onze oude studieboeken. Ik glimlach en doe mijn ogen open. Ik ben het koninkrijk der boeken binnengegaan!

De muren zijn bedekt met boeken, op boekenplanken van vijf à zes meter hoog. Er is een smalle rail onderaan de boekenplanken en een loopprofiel bovenaan voor een houten ladder die langs de hele lengte kan schuiven. Met licht trillende vingers duw ik de ladder opzij; hij glijdt perfect, geluidloos. Ik tril van opwinding en beklim de treden van de ladder een voor een en geniet van de opeenvolging van gouden letters die op de leren ruggen van de boeken gegraveerd zijn, als een film die vooruit gespoeld wordt. Het zou mijn hele leven duren

Hoofdstuk 11

om alle werken die deze bibliotheek bevat te lezen! Ik bereik de uiterste top van de ladder en kijk in het rond naar al deze papieren schatten. Ik voel me niet als de heerser van de wereld maar meer als de kapitein van een schip, die op het campagnedek staat en over zijn kostbare vracht uitkijkt: universele kennis!

Voorzichtig neem ik een van de boeken van de plank en duw mijn neus in de bladzijden, de zoete geur maakt me dronken! Als ik de tijd zou kunnen bevriezen zou ik mezelf hier opsluiten en al deze boeken een voor een verslinden, van beneden naar boven of misschien zou ik het aan het toeval overlaten en zien welke me roepen! Een plotseling onverwacht geluid rukt me uit mijn gedroom los en ik val bijna van de ladder. Iemand deed zojuist de voordeur dicht! Ik zet het boek snel terug op zijn plaats, klim de ladder af en probeer daarbij zo min mogelijk geluid te maken. Ik maak me klein in de verre hoek van de bibliotheek, duik tegen de onderkant van de boekenplanken ineen als een klein meisje dat op een standje wacht en luister naar naderende voetstappen.

Hoofdstuk 11

Ik herken de stem van de oudere medewerker die in zichzelf praat. Nee, het lijkt erop dat hij iemand aan de telefoon heeft, te oordelen aan de stiltes in de conversatie.

“Prima, meneer Hannibal... Istanbul, onmiddellijk. Ja, meneer, ik zal ervoor zorgen... Morgenochtend om 10 uur...”

De stem verwijdert zich, deuren gaan open en dicht en er heerst weer stilte. Poeh! Opgelucht leun ik achterover tegen de boekenplanken. Plotseling draait de grond en val ik achterover de duisternis in. Help!

- 12 -

Hoofdstuk 12

Turkije - Zacharia

Ik had afgesproken om mijn oude vriend Yilmaz in de Kapalıçarşı te ontmoeten, de Grote Bazaar in Istanbul, de oudste overdekte markt ter wereld. Ik deed soms zaken met hem, verkocht sommige van de geschenken die de orthodoxe gelovigen die naar het klooster kwamen, aanboden om iets onbruikbaars te ruilen voor de belofte op een piepklein stukje paradijs. Soms zaten er tussen de prullen schatten die een grote marktwaarde hadden. Alleen een deskundig oog kon ze herkennen en Yilmaz was altijd degene die de beste prijs aanbood. Ondanks zijn beleefheid en discretie, kan ik iemand echt een vriend noemen wanneer onze vriendschap neerkomt op wederzijds profijt? Toch is hij een van de weinige mensen van wie ik kan vragen om mij een dienst in volledige discretie te verlenen, zoals het in zijn achterkamer ontvangen van een vreemdeling, wiens identiteit ik met veel zorg verborgen heb gehouden.

Ik heb afgesproken op een paar minuten voor zeven, net voordat de markt dichtgaat. Hij zal op tijd zijn. Hij is niet het soort persoon om de weg kwijt

Hoofdstuk 12

te raken in het labyrint van gangen, passages en binnenplaatsen. Achtenvijftig straten onder een opeenvolging van bogen met een mozaïek van blauwe, rode en groene tegels, die meer dan vierduizend winkels bevatten. Hij, Hannibal, zal de schreeuwende tapijtverkopers negeren en direct naar de 'Oude Bazaar' gaan, de oudste en voornaamste karavanserai die in het midden van al deze gangen ligt. In de antiekwereld staat Yilmaz bekend als de witte wolf. Hij opent het zware damasten gordijn dat de achterkamer verbergt voor de ogen en het rumoer van de menigte. Hij knikt naar de bezoeker en leidt hem naar de comfortabele alkoof waar ik op hem wacht.

Ik heb de ontmoeting keer op keer geoefend. Ik zal niet proberen me te verontschuldigen. Ik zal mijn stem niet laten beven. Ik zal niet voor hem buigen. Het verleden is in het verleden. In het hier en nu zijn we gelijken in de ogen van de god van de handel. Maar wanneer de man tegenover me zit en een aktetas voor me plaatst die veel groter is dan degene die ik aan Leyla had moeten geven, voel ik mijn maag omdraaien en ik slik onwillekeurig. Hij is een van de mensen die de zwakken kan laten gehoorzamen met de kracht van zijn aanwezigheid alleen,

Hoofdstuk 12

een van die mensen wiens ogen als een guillotine over je oordelen. Ik kijk weg en geef hem het perkament dat de getuigenis van de Griekse soldaat bevat met de tekening van het fragment van de Ster van Zeus. Hij ontvouwt het perkament zorgvuldig en bekijkt het zonder een spoor van emotie te tonen. Dan vouwt hij het weer op voordat hij mij met zijn blik doorboort.

“Dus, Zacharia, dit geschrift heeft niet onthuld waar zich de tempel van Zeus bevindt, aan wiens priesters deze soldaat het fragment van de ster blijkbaar toevertrouwd heeft?

“Nee.”

Maar ik heb geprobeerd om de route van de soldaat te reconstrueren en heb de archieven doorzocht van Perzische en Hellenistische archeologische ontdekkingen en de oudste Hindoe, Perzische en Griekse topografische kaarten van de wereld bestudeerd. Maar ik begreep dat ik er niet binnen een redelijke tijdsduur in zou slagen - tenminste niet alleen en niet zonder alle details te weten van deze hele Ster van Zeus affaire. Dus besloot ik om het document dat Hannibal naar het sterfragment kon leiden aan hem te verkopen, een winst afslaand die nog hoger geweest zou zijn, maar veel minder zeker.

Hoofdstuk 12

Hannibal schudt zijn hoofd bij mijn ontkennende antwoord voordat hij opstaat en het perkament in een gewatteerde zak van zijn jasje stopt.

“Dan heb je verder geen nut voor mij,” zegt hij en richt een pistool met geluidsdemper op mij. “Ik zou je gespaard hebben als je me de eerste keer niet bedrogen had.”

Er klinkt een gedempt gesis en ik voel een verschrikkelijke pijn door mijn borst gaan. Ik zie Hannibals omfloerste gestalte achter het gordijn verdwijnen en hoor hem mompelen,

“Houd het geld voor de schoonmaakkosten, Yilmaz, mijn vriend.”

En als ik besef dat ik in pijn doodga in een plas van mijn eigen bloed, helemaal alleen in deze alkoof die ik van mijn 'vriend' geleend had, nadat ik de fout gemaakt had te geloven dat ik Hannibals gelijke was in zaken, gaar ik mijn laatste krachten bij elkaar om mijn mobiele telefoon te pakken. Ik veeg mijn steeds stijver wordende vingers over het scherm, kies de foto van het perkament die ik genomen

Hoofdstuk 12

had zodat ik het in het geheim zou kunnen bestuderen en stuur hem naar de laatste persoon die ik als bondgenoot gekozen zou hebben. Leyla, de Egyptische. Mijn laatst act eindelijk voltooid, laat ik de telefoon uit mijn verdoofde vingers vallen en terwijl ik mijn bewustzijn verlies voel ik mezelf glimlachen tegen de demonen die me komen halen. Hannibal, hier zal je spijt van krijgen...

- 13 -

Hoofdstuk 13

Egypte - Leyla

“Dus, habibti, hebben jij en John een datum voor het huwelijk gekozen? Au!”

Ik trok iets te hard aan de suikerwasstrip die op mevrouw Arfaoui's dij geplakt zat. Eigen schuld! Sinds mijn tante Wadiha enige informatie losliet over mijn vriend, hebben de klanten van de Sweet Kiss schoonheidssalon me overvallen als vliegen die op honing afkomen. Kunnen ze niet iemand anders vinden om lastig te vallen? Afgezien daarvan, trouwen is absoluut niet aan de orde. John heeft me nog niet eens aan zijn ouders voorgesteld... Goed, ze wonen in Seattle, vrij ver van Caïro vandaan, maar dat is geen excuus en ik zou sowieso nooit in de stad met de meeste regen in de VS gaan wonen... Oh verdorie, ik heb mijn smartphone aan laten staan in mijn schoonheidsspecialisteschort.

“Excuseer me een ogenblik, mevrouw Arfaoui, ik ben zo terug.”

“Ach, liefde wacht op niemand! Ho ho ho!”

Hoofdstuk 13

Ik zal elke haar op haar lichaam harsen, inclusief die op haar hoofd. Nee, ik zal haar de hele pot was op laten eten om haar haar mond te laten houden! Ik haast me de achterkamer in om het bericht te checken dat ik zojuist gekregen heb.

Wanneer ik zie wat het is krijg ik bijna een hartaanval en mijn benen worden helemaal slap. Het bericht zegt: “Wreek mij en vind het voordat hij het vindt”.

Ik open de bijlage. Ik zoom in op het document dat broeder Zacharia, Hannibals handlanger, mij gestuurd heeft en schrik wanneer ik de tekening herken van een fragment van de ster van Alexander de Grote, een deel dat we nog niet eerder gezien hebben. Als Hannibal het vindt, of als hij het al heeft, dan zal hij vier van de vijf delen van de ster bezitten! Nee, Leyla, raak niet in paniek. Ik probeer mijn kalmte terug te winnen en stuur het document naar de leden van het netwerk, dringend een videoconferentie verzoekend. Dan probeer ik broeder Zacharia te bellen om er achter te komen hoe hij dit document in handen kreeg en waarom hij het naar mij gestuurd heeft. Maar de telefoon

Hoofdstuk 13

rinkelt maar door; er is niet eens een antwoordmachine. Oh jee, dit ziet er niet goed uit... Goed. Ik doe mijn schort uit en trek mijn spijkerbroek en gymschoenen aan, pak mijn motorhelm en zeg tegen mijn tante Wadiha dat ik weg moet, voor onbepaalde tijd. Mevrouw Arfaoui's dikke beenhaar zal het zonder mij moeten doen!

Ik ben razend over hoe lang het duurt om met de scooter op de universiteit te komen door het waanzinnige verkeer dat Caïro's wegen 24 uur per dag verstopt. Eindelijk in het computerlaboratorium haast ik me naar de verste hoek, waar een computer vrij is. Ik verbind me met het netwerk, zet een koptelefoon met microfoon op en bereid me voor op het nieuws, goed en slecht.

Battushig is de eerste die zich bij me voegt. Hij wuift hallo op een van de gesplitste schermen.

“Hallo Leyla. Niet te heet in Caïro, hoop ik?”

“Hallo iedereen. Hoe ver zijn jullie gekomen?”

“Professor Keusséoglou ontcijfert de tekst in Athene. Hij heeft ons

Hoofdstuk 13

al op het spoor gezet van een van de soldaten van Alexander de Grote aan wie generaal Ptolemaeus de missie toevertrouwd had van het verbergen-

“Van het vierde deel van deze verdomde ster! Komt de tekening overeen?”

Ja, Leyla,” zegt Professor Temudjin. “En alle geschiedkundigen en geografen in het netwerk werken aan het document. We proberen om de route te reconstrueren die de soldaat nam vanuit Indië, hoewel het verhaal van de arme man wat onsamenhangend is.”

“En hoe kan ik helpen?” komt mijn lieve John ertussen die net op het scherm verschenen is. Ik neem aan dat hij net wakker is, te zien aan de kussenstrepen op zijn gezicht en het feit dat zijn haar eruitziet als een geëlektrocuteerd kuiken.

“Wanneer we een vrij nauwkeurige route bepaald hebben van zijn tocht,” gaat Professor Temudjin verder, “kunnen jij, Leyla en de archeologen naar de tempels kijken die aan Zeus gewijd waren en die tegen het eind van de vierde eeuw v.Chr. bestonden.

Hoofdstuk 13

“Vertel me, mijn kleine tortelduif van wie ik nog meer hou dan van Turks Fruit, wanneer kom je terug?”

“Hm...” zegt hij, blozend als een superhete chilipeper, “Leyla, dit is geen privéconversatie...”

“Oeps!” Zeg ik, mijn ogen wijd open. Ik schaam me dood. “Sorry, ik zal jullie allemaal verder laten gaan met jullie werk...”

Ondanks hun zichtbare stress nemen de leden van het netwerk van elkaar afscheid met een glimlach voordat de videoconferentie beëindigd wordt. Dat ben ik, Leyla de oen!

- 14 -

Hoofdstuk 14

Baskenland, Nadja

Ik heb per ongeluk de deur naar een geheime doorgang geopend en zit nu gevangen in een gecapitonneerde kamer zonder ramen of deuren, verborgen achter de bibliotheek. Het zou een kamer uit de 22e eeuw kunnen zijn, met al deze futuristische hightech uitrusting hier. De muren zijn bedekt met schermen, allemaal uitgezet. In het midden van de kamer is een tamelijk hoge tafel van gepolijst glas die de kamer in een blauwig licht zet. Er steken een aantal hendels uit het midden van het tafelblad. De drie hendels doen me denken aan de versnellingshendels in de elektrische karren van het kasteel. Ik schud deze rare gedachte van me af en concentreer me op hoe ik weer terug kan komen door de geheime doorgang. Ik zie mezelf al van honger omkomen in deze geluidsdichte gevangenis, mijn stem hees van het om hulp roepen, onhoorbaar van buitenaf, terwijl mijn vader gekweld word door verdriet omdat hij me niet kan vinden, elke kiezel onderaan de kliffen omdraaiend, de oceaan smekend om het lichaam van zijn verloren kleine meisje terug te geven. En dan bedenk ik een nog erger scenario. Wat als ik hier ontdekt word door

Hoofdstuk 14

Hannibal, de enige die weet dat deze geheime doorgang bestaat, als hij hier morgenochtend om tien uur terugkomt. In beide gevallen ben ik er geweest!

Ik duw zenuwachtig tegen de boekenplanken achter me, hopend op een reddende klik. Ik probeer de boeken te verwijderen maar ze lijken aan elkaar gelijmd te zijn en aan de planken. Ik trek aan de vloer, eerst staand en daarna op handen en voeten. Ik probeer te trekken, te schuiven, maar er gebeurt niets, helemaal niets. Ik laat mijn handen over de kale muren van de kamer gaan en daarna over de gladde, geluidsdichte isolering die hen bedekt. Maar ik kan geen bobbels voelen, geen hendel, geen afsluitsysteem. Het kan gewoon niet. Er moet een manier zijn om deze verdomde doorgang van de andere kant te openen! Tenzij de hendels op de glazen tafel gebruikt worden om deze onzichtbare deur te openen en dicht te doen?

Ik loop vastberaden naar de tafel... voordat ik stilsta wanneer ik zie wat er in het midden is. Ik voel me totaal hulpeloos en overweldigd als ik voor de besturing sta, die mij zo vreemd is als de cabine van een ruimteshuttle. Ik had gehoopt een soort computertoetsenbord te

Hoofdstuk 14

vinden die mij, naast het opschrijven van mijn testament, in staat had kunnen stellen om hulp te krijgen van de buitenwereld, zelfs zoiets banaals als een e-mail. Maar nee, er is niets behalve deze drie hendels... Ik raak er een aan en het resultaat ontlokt me bijna een schreeuw van verrassing.

De schermen op de muren gaan plotseling aan. Ik word overvallen door bewegende beelden die mijn hoofd doen tollen. Het lijkt of de schermen gekoppeld zijn aan camera´s die in realtime bijna overal op de wereld filmen. Ik ben in een controletoren die in een geheime inlichtingendienst niet zou misstaan. Ik neem een aantal keren diep adem om mezelf te kalmeren voordat ik de schermen bestudeer. Het eerste gedeelte toont de landerijen van het kasteel, inclusief de landingsbaan waar we aankwamen en het gedeelte dat voor de paarden gereserveerd is. Het tweede gedeelte toont... het kasteel van binnen, inclusief de kamers die mij en mijn vader toegewezen zijn! Ik ben zo verontwaardigd over deze aantasting van privacy! Wie is deze man, een soort paranoïde maniak? Kom op, houd je rustig! Ik wil begrijpen wat Hannibals doel is wanneer hij deze controlekamer gebruikt.

Hoofdstuk 14

Nu is er een verandering van achtergrond, kennelijk een ander land. Beelden van binnenin een supermodern zakenkantoor. Het is... Hannibal Corp. in Massachusetts, volgens de plaquette bij de ingang van het gebouw. Er zijn een aantal laboratoria binnen die ijskoud moeten zijn, aangezien alle technici van het laboratorium warm aangekleed zijn. Maakt dit bedrijf diepvriezers of iets dergelijks? Ik blijf om me heen kijken. Deze toont een vitrine met antiek, inclusief oude kledij, blanke wapens, versleten paardentuig en een gebroken stuk sieraad. Het lijkt op vier driehoekige punten die van een antieke kroon afgebroken zijn. En wat is dit? Ik kan de gezichten zien van een groep jonge mensen die voor hun computerschermen praten of aan de telefoon... Waarom bespioneert hij juist deze mensen? En er is geen geluid, dus het is onmogelijk om iets te begrijpen. Het laatste scherm toont een fabelachtig kasteel, als uit een sprookje, middenin een donkere, nauwe vallei omringd door een woud van hoge zwarte naaldbomen. Het is nog indrukwekkender dan het kasteel waar ik me nu bevind in het hart van het Baskenland. Elke zwarte steen, elk torentje, elk beeld, elk meer lijkt te zijn ontworpen door een architect die gekweld wordt door de bloeddorstige legendes van lang verloren ridderlijkheid. Brrr! En dan, in een soort vlak veld voor het kasteel, zie ik een hengst die bijna volwassen is en helemaal zwart afgezien van een witte ster op zijn voorhoofd.

Hoofdstuk 14

Zijn verschijning is formidabel, met zijn ontwikkelde spieren en de zeldzame en majestueuze elegantie van zijn bewegingen. Ik heb dit paardenras nog nooit gezien en ik ben gefascineerd door de kracht en vastberadenheid die deze vreemde en prachtige hengst uitstraalt.

Dan wordt mijn blik door andere, zeer verontrustende beelden getrokken. Ik kan een gebouw zien met een aantal stallen erin en een groep merries met gezwollen buiken die in hun stal liggen. Ze zien eruit alsof ze slapen onder de invloed van de infusen waar ze aan verbonden zijn. Wanneer ik naar de beelden kijk die de parterre van het gebouw tonen ben ik geschokt bij het zien van een kamer die bijna het laboratorium van Frankenstein zou kunnen zijn. Er zijn tafels en overal chirurgische uitrusting die groter dan normaal is, mensen in witte jassen en maskers, reageerbuizen, microscopen en computers. De muren zijn bedekt met diagrammen van paarden-DNA en schetsen van een zwart paard in verscheidene stadia van ontwikkeling. Ik begrijp er niets van! Dan worden mijn ogen naar een aantal aquaria getrokken die in de andere muren zijn ingebouwd. Eerst denk ik dat ze rare

Hoofdstuk 14

vissen bevatten, maar dan realiseer ik me dat het drijvende en onbeweeglijke paarden zijn. Het zijn veulens in hun embryonale fase. Stomverbaasd kijk ik terug naar het zwarte paard dat in de weide rondstapt. De onbetwistbare gelijkenis tussen de hengst en deze drijvende exemplaren doet me een kreet van afschuw slaken.

“Wat een monster!”

Hannibal fokt genetisch gemodificeerde paarden! Hij is waanzinnig! Ik moet hier weg zien te komen en mijn vader waarschuwen. We moeten zo snel mogelijk bij deze gevaarlijke gek weg zien te komen! Maar ik heb nog steeds geen uitweg uit deze gevangenis gevonden!

- 15 -

Hoofdstuk 15

Ik begin woest aan de hendels te schudden en word plotseling overvallen door een golf van duizeligheid wanneer geluiden van elk scherm exploderen. De talen van verschillende landen mengen zich tot een duizeligmakende kakofonie van lawaai. Ik bedek mijn oren en probeer een manier te vinden om de elektriciteit af te sluiten zodat ik dit kabaal kan stopzetten, een kabel waarmee ik de verbinding kan breken. Dan zie ik iets dat op een knop lijkt op de hoek van de tafel. Ik duw erop en de beelden en geluiden stoppen onmiddellijk. Ik word weer door duisternis omringd, afgezien van het blauwe licht dat de tafel uitstraalt, als een blok ijs. Blijf rustig, Nadja. Denk.

Ik moet methodisch te werk gaan: één ding tegelijk. Ik duw op de knop. Het scherm gaat aan maar er is geen geluid deze keer. Eerste hendel: er komt geluid van het scherm in het midden. Het geluid van verkeer in een onbekende stad. Ik beweeg de hendel naar links. De locatie verandert en ik kan jonge mensen zien werken om tafels heen die bezaaid zijn met mechanische en elektronische onderdelen, in een onbegrijpelijke taal babbelend. Onbewust zoek ik naar een

Hoofdstuk 15

geruststellend gezicht om me aan vast te klampen. Ik gebruik de hendel om van het ene scherm naar het andere te gaan, een wervelwind van beweging overal, mensen in actie. Dan stop ik bij een scherm waar de beelden niet zo veel bewegen. Ik zie een man van middelbare leeftijd met een vrij donkere huid die aan een bureau bezaaid met boeken zit. Hij staat voor een computerscherm en zijn gezicht ziet er tamelijk bezorgd uit achter zijn ronde brillenglazen. Hij concentreert zich op een dik notitieblok waar hij enkele vreemde symbolen in krabbelt. Hij ziet eruit als een geleerde, een wijze oude man. Kon ik maar met hem communiceren, dan zou hij iemand kunnen waarschuwen, iemand die me zou kunnen helpen hier weg te komen!

Oké, ik vraag me af wat de andere hendels doen.

De tweede word gebruikt om in en uit te zoomen op het geselecteerde scherm. Ik kan het kantoor van de geleerde verkennen en zien wat hij in zijn notitieblok schrijft, maar het zegt me niet veel. Laten we de derde hendel gebruiken. Ah, er gebeurt niets. Wacht, ja, ik kan de pen horen krassen op de bladzijden, ik kan de oude geleerde zelfs horen ademen. Oké, ik kan

Hoofdstuk 15

hiervandaan mensen bespieden, elk geluid en visueel detail van hun privéleven bestuderen, maar is er een manier waarop ik met hen kan communiceren??? Mijn hand knijpt in de hendel van frustratie. Er is een soort klikkend geluid en ik begin in heel informeel Russisch te vloeken. De oude geleerde schrikt plotseling op en kijkt om zich heen. Hij stelt hardop een vraag in een taal die ik niet versta en herhaalt hem dan in het Russisch,

“Is daar iemand? Ben je Russisch? Jongedame? Waar ben je?”

Ik begin op volle snelheid te wauwelen.

“Meneer! Meneer! Help me alstublieft!” Mijn naam is Nadja. Ik zit opgesloten in een... ergens verschrikkelijks, in het huis van meneer Hannibal. Ik weet niet hoe ik hier uit kan komen. Hij...”

“Hannibal? Zei je Hannibal?”

“Ja, ja, het is een geheime kamer in het kasteel. Er zijn hier overal camera's en microfoons voor spionage. Ik opende de kamer per ongeluk en ik weet niet hoe ik hier uit kan komen. Mijn vader weet niet waar ik ben. Ik...”

Hoofdstuk 15

“Wauw, kalmeer, adem. We zullen een uitweg vinden. Ik zal contact opnemen met Battushig. Hij is onze expert in IT, netwerken, camera's en al dat soort dingen. Hij zal weten hoe je daar uit kan komen.

Ik zie hem op volle snelheid op het toetsenbord tikken met zijn vingers, mompelend,

Als 'Big Brother' ons ziet, betekent dat wij hem ook kunnen zien...”

Dan heft hij zijn hoofd op en probeert naar me te glimlachen.

“Jongedame, ik kan je niet zien, maar kun je mij vertellen wie je bent, waar je bent en waarom je daar bent, terwijl we op Battushig wachten? Wat mij betreft, ik ben Professor Temudjin van de faculteit der wetenschappen in Oelan-Bator in Mongolië...”

Ik vertel Professor Temudjin mijn verhaal. Hij luistert aandachtig, schudt zijn hoofd en ziet er steeds meer ontzet uit. Nu en dan vraagt hij naar details. Hij vraagt me om het scherm te beschrijven dat de vier driehoeken van de

Hoofdstuk 15

gebroken kroon toont en wanneer ik dat doe, vertrekt zijn gezicht voordat hij fluistert,

“Dus hij heeft er al een...”

Hij kalmeert onmiddellijk en legt uit dat het “Netwerk” waar hij bijhoort Hannibal probeert te verhinderen zijn verschrikkelijke plannen uit te voeren...

Dan hoor ik een jongensstem in het kantoor van de professor. Hij praat in de taal die ze in Mongolië gebruiken en de professor vertaalt het in het Russisch voor me.

“Nadja, het is Battushig gelukt om Hannibals systeem te infiltreren. Hij zal de geheime doorgang openen zodat je kunt vluchten. Maar Hannibal zal onze inbreuk vast en zeker ontdekken. Jij en je vader lopen mogelijk gevaar. Jullie moeten zo snel mogelijk uit het kasteel weg zien te komen! Je kunt contact met het netwerk opnemen via de universiteit van Oelan-Bator. Succes.”

Dan hoor ik een zacht sissend geluid en de hoek van de kamer waardoor ik binnenkwam begint te draaien. Ik haast me erdoor en verlaat

Hoofdstuk 15

eindelijk Hannibals spionnengrot. Snel, ik moet vader over alles dat er aan de hand is waarschuwen en we moeten hier weg zien te komen!

- 16 -

Hoofdstuk 16

Ik ren bliksemsnel de trap af terwijl de afschuwelijke informatie van Professor Temudjin door mijn hoofd spookt. Ik durf niet te roepen uit angst ontdekt te worden, maar ik moet mijn vader vinden. Ik ren naar de slaapkamers en open mijn vaders deur: de kamer is helemaal leeg. De mijne is hetzelfde, de lakens zijn afgehaald en de kasten zijn leeg. Ik open rennend de deur naar de eetzaal. Opnieuw, leeg. Mijn laatste kans om hem te vinden: de paarden. Ik haast me het kasteel uit en wordt kletsnat van de koude regen. De stenen van de oprit schaven mijn voeten. Maakt niet uit, ik neem wel een van de elektrische karren om mee naar de omheinde weides te rijden. Verdorie, ik kan geen enkele kar geparkeerd zien in de omgeving. Nou ja, dan moet ik me zo maar redden. Ik zal als een marathonrenner met een waarschuwingsfakkel rennen!

De regen die mijn lichaam doordrenkt mengt zich met zweet als ik ren, mijn ademhaling wordt steeds korter. Ik kan niet eens denken met de opgezwollen aderen die in mijn slapen kloppen. Ik kan mijn gewonde voeten niet meer voelen, ik weet alleen dat ze de grond raken alsof ze een eigen wil hebben. Wanneer ik

Hoofdstuk 16

de weides bereik, begin ik op volle kracht te schreeuwen, beurtelings om mijn vader en de paarden roepend. Maar alleen de wind en de verwoestende elementen beantwoorden mijn wanhopig geroep.

Het lijkt erop dat iedereen het kasteel en alle bijgebouwen verlaten heeft terwijl ik in de bibliotheek opgesloten zat. Ik word overmand door paniek. Ze zijn allemaal weg, ze hebben me helemaal alleen achtergelaten in deze enorme gevangenis. De enige manier waarop ik hier weg kan komen is als ik in de oceaan spring en naar de kust zwem of hoop op zee door een boot opgepikt te worden. Ik moet iemand vinden die me kan helpen mijn vader te vinden. Als een robot loop ik naar de rand van de klif, mijn ogen blind van tranen en stromen zweet en regen. De wind duwt me en ik struikel. Ik worstel me door de bremtakken die mijn pad versperren. Ik smeek ze mij door te laten, mij een kans te geven om de oceaan te bereiken, mijn stem schor van het schreeuwen, wanneer ik opeens afgeleid word door helle lichten en luid kabaal. Ik scherm mijn ogen af met mijn handen om naar de lucht te kijken. De bliksem gaat door maar er is geen donder, de storm is stil. Wat voor raar weerfenomeen is dit?

Hoofdstuk 16

Plotseling voel ik hoe inktvistentakels mij van achteren vastgrijpen, me uit de verstrikkende brem halen, en mij met kracht wegslepen terwijl er vreemde geluiden in mijn oren klinken. Ik probeer me met mijn laatste krachten uit deze tentakels te bevrijden om verder naar de oceaan te gaan, maar iemand zegt steeds opnieuw mijn naam door de vreemde geluiden heen en ik kom terug naar de realiteit. Ik laat mijn achterdocht een ogenblik varen en probeer te zien wie mijn naam roept. Ik draai me om. Filipe staat voor me, druipnat, zijn ogen glanzend van bezorgdheid. Ik begrijp niets van wat hij mij probeert te vertellen. Hij trekt me bij de arm om me hem te laten volgen, maar mijn benen begeven het en ik voel dat ik het bewustzijn verlies. Zowel mijn wil als mijn lichaam geven zich over en wanneer ik val voel ik dat hij me opvangt. Voordat ik flauwval voel ik dat hij me in zijn armen neemt en mij wegdraagt bij deze verraderlijke klif vandaan...

“Vader!”

Ik open mijn ogen en schreeuw in een schorre stem die ik nauwelijks herken. Ik worstel als een tijger om uit mijn

Hoofdstuk 16

ketenen te ontsnappen voordat ik het gezicht van Filipe herken, mijn redder, die over me heen leunt en kalmerende geluiden maakt. Ik kalmeer een beetje en merk dat ik op een comfortabele bank lig, lekker warm. Maar het is geen bank in een woonkamer, ondanks de dampende kop thee die Filipe me aanbiedt, maar een stoel in een vliegtuig, te oordelen aan de wolken die ik door de ramen kan zien voorbijgaan. Ik bestook Filipe en vraag:

“Waar zijn mijn vader en de paarden?

Maar Filipe schudt zijn hoofd; hij kan echt geen Russisch en ik geen Baskisch. Ik word weer door ongerustheid overweldigd: Vader, Mishka , Mysh', Zaldia, waar zijn jullie? Filipe zet de kop thee neer en geeft me een tablet, gebarend dat ik op een knop moet drukken.

Hannibals geoliede, charismatische stem klinkt uit het tablet.

“Wij konden niet wachten tot je eindelijk besloot om tevoorschijn te komen. Maar ik verzeker je dat je vader en de paarden veilig bij mij zijn. Na je... besluit om zogezegd verstoppertje te spelen, snap je natuurlijk wel

Hoofdstuk 16

dat ik je niet ga vertellen waar we ons momenteel bevinden. Het werk waarvoor ik je vader in dienst genomen heb zal spoedig gedaan zijn en dan zal je je metgezellen gezond en wel terug krijgen. Op voorwaarde natuurlijk dat je met niemand over je verblijf in het Baskenland praat. Het vliegtuig zal je naar Vladivostok brengen waar je oom en tante je op zullen halen. Er zitten enkele geschenken voor je familie in je bagage en wat je aan hebt is ook een cadeautje. Ik had je graag beter willen leren kennen, Bosikom Printsessa...

De boodschap stopt daar, met 'prinses op blote voeten'. Witheet van woede gooi ik de dekens die me bedekken van me af en als ik naar beneden kijk, zie ik een paar saffierblauwe ballerina's aan mijn voeten. Het zijn de schoenen die bij de kleine blauwe jurk passen die ik te verlegen was om te passen in de winkel waar Filipe me heen reed en die ik nu draag. Ik voel mijn hele gezicht rood worden en ik trek de dekens weer over me heen terwijl ik zie dat Filipe haastig wegkijkt en naar de wolken staart.

Als ik het zou kunnen, zou ik schreeuwen totdat het vliegtuig ontplofte, zou ik schreeuwen van

Hoofdstuk 16

schaamte en woede jegens deze afschuwelijke man die denkt dat hij alles kan kopen, alles beheersen. Zodra ik voet aan de grond gezet heb, zal ik mijn vader en de paarden redden uit de klauwen van deze waanzinnige man. Ik zal contact opnemen met het netwerk en me bij hun voegen om Hannibal ervan te weerhouden zijn doel te bereiken. We zullen hem nooit laten winnen!

Downloaden:

mobiepubpdf

Delen: